Als dit het einde is en verder niets, dan is er leegte, gemis,
verdriet en tranen om wat eens was en niet meer is.
Maar er is meer dan lijf en leden, veel meer.
Want wat een mens bezielt, dat is, dat was, zijn geest, zijn kracht,
zijn denkvermogen, alle gaven van zijn hart:
zijn goedheid grenzeloos, de sterkte van zijn woord, zijn hartelijk gebaar,
zijn spreken, vlug of juist bedachtzaam, zijn zwijgen, soms veelzeggend.
Dat alles leeft, leeft voort in die hem kenden, die van hem hielden
en blijven houden omdat zijn geest nooit, nooit vergaat.
Tekst 109